Labels

label

We zijn in onze samenleving heel sterk in het opplakken van etiketten of het omhangen van labels. Jij hebt zus en dat verklaart dat je zo doet. Er is bijna geen kind meer dat niet iets heeft, adhd, dhd, asperger, autisme, pdd nos. Onder volwassenen is het label depressief of burn-out zeer gangbaar. Het label verklaart waarom de persoon allerlei klachten heeft. En achter het label komt vervolgens ook een plan van aanpak mee om de problemen te verhelpen. Laat helder zijn dat de symptomen zo ingrijpend zijn dat een mensenleven behoorlijk ontwricht kan raken. Niet alleen het leven van de betrokkene zelf maar ook van de mensen in de directe omgeving. Er moet iets, zeker als de problemen aanhouden.

Maar er is ook een andere kant. In een cultuur waarin je je kunt verzekeren tegen slecht weer,of je kunt laten invriezen met de verwachting dat het eeuwige leven wordt uitgevonden, is er geen gezonde kijk meer op tegenslag. Een portie levensellende hoort bij elk mensenleven. Naarmate je ouder wordt kom je er vanzelf mee in aanraking. Het treft jezelf of je dierbaren in je directe omgeving. En er is een sterke reflex dat het leven maakbaar is, dat het niet hoeft, dat het weggenomen kan worden, liefst zo snel mogelijk. Pilletje hier, therapietje daar, zelfs hardlopen, en over tot de orde van de dag.

Maar zo werkt het niet. Als je iets verdrietigs meemaakt, zoals het verlies van een kind, ontslag op het werk, opbreken van een duurzame liefdesrelatie of vriendschap dan is verdriet de normaalste zaak van de wereld. Je mág je somber voelen, slecht slapen of weinig eetlust hebben. Dat hoeft niet meteen weggenomen te worden. De gordijnen mogen tijdelijk dicht, zal ik maar zeggen. Het wordt pas zorgelijk als ze dicht blijven. Wat past bij verdriet is troost, vriendschap, liefde en geduld. Dat zijn de sterkste medicijnen waardoor mensen zich weer oprichten en gaan ontdekken dat het leven de moeite waard is.
Uit eigen ervaring weet ik dat verdriet op je ademhaling gaat zitten. Ga je hardlopen dan gaat het ademen niet alleen met horten en stoten, je wordt er ook emotioneel van. Het mooie is, dat ik ontdekte zo in contact te komen met mijn verdriet. En dat maakte weer dat ik er door heen kon komen. Behalve mijn lief, en mijn vrienden heeft ook het lopen mij getroost.

Personeelsbeleid

Huize het Oosten Running Team 2012

Sinds twee jaar begeleid ik een groepje werknemers van zorgcentrum Huize het Oosten. Aanleiding is hun deelname aan de SDB zorgmarathon op Papendal. Het betreft een estafette-marathon. De afstand is 4,2 kilometer. Een team bestaat uit minimaal 6 en maximaal 10 lopers. De directie betaalt de deelname en mijn begeleiding. Het is een investering in de gezondheid van het personeel zo is de gedachte. Het effect van een gezondere levensstijl komt terug in minder ziekteverzuim, en een opgeruimder gemoed.
Dat is nog eens personeelsbeleid. De harde kern bestaat uit zeven mensen, gaandeweg zijn er enkele afvallers  geweest.

Het is een multicultureel gezelschap. Vijf witten komen uit de diverse windstreken van Nederland, aangevuld met iemand uit Colombia en één uit de Filippijnen. Als ik kijk naar het effect van deelname aan de loopgroep voor de betrokkenen dan is dat groot. Een is gestopt met roken, een ander kon niets en loopt na vier maanden als een kievit. De kok, met een neiging tot overgewicht, houdt zijn conditie prima op peil, weer een ander heeft zo een stok achter de deur om te gaan lopen. ‘ik ga niet snel, maar ik kom er wel’. Bovenal is er tijd om te lachen tussen de zweetdruppels door. Ik geloof erg in deze vorm van personeelszorg.

Vorig jaar finishte Huize het Oosten als 215e van de 222 in de totaaltijd van 4.41uur. Meedoen staat voorop, maar het zou toch mooi zijn als we een stukkie hoger op de uitslagenlijst te vinden zijn.

Stilte

stiltegebied

Mijn huis staat aan een dijk, die door de gemeente Utrecht tot fietszone is gebombardeerd. Ergens klopt dat wel. Onder de dijk schijnt een oude Romeinse weg te liggen. Ik associeer dat met soldatenlaarzen en paard en wagen. Nu is de weg doodlopend voor auto’s. Er wordt op de dijk volop gefietst, gewandeld én hard gelopen. Grofweg de helft van het legioen der lopers heeft een iPod of iPhone bij zich. Muziek mag het ritme bepalen, of de stem van Vlaamse Evy, en anders wordt de route wel digitaal vastgelegd, de afstand, het tempo en het aantal verbruikte kilocalorieën. Eenmaal thuis kunnen de gegevens worden uitgelezen op een persoonlijke website, resultaten vergeleken met eerdere trainingen, nieuwe schema’s vastgesteld.

Zelf heb ik ook wel eens geprobeerd met muziek op te lopen, maar ik raakte de weg in mijzelf kwijt. Op de een of andere manier vind ik het plezierig mijn eigen ademhaling te horen. Ik vind het ook prettig om via omgevingsgeluiden mijn plek op de weg of in het bos te kennen, haast te kunnen voelen. Muziek leidt maar af, en gaat als het ware tussen mij en mijn hartslag zitten. Mijn loopritme raakt verstoord, in plaats van dat dit op gang wordt gebracht of gehouden. Kortom, voor mij geen poespas.

Gek genoeg werkt het samen op lopen met een andere hardloper heel anders. De ene keer is het leuk om bij te kletsen tijdens het lopen en wordt daarmee een rustig hardlooptempo gereguleerd. De andere keer valt het stil, doen beide lopers er het zwijgen toe. Ongemerkt zoek je elkaars pasritme op, dan loop je gelijk. Bijna altijd word ik me dat bewust, en put ik kracht en inspiratie uit de synchrone pas van twee lopers. Je wordt als het ware een lichaam, met dubbele longen. Het gaat lichter, ik voel me vrijer.

Dwarsdoorsnede

 

Er is in maart 2013 iets ergs gebeurd. Na afloop van een training van een loopgroep is een loper thuis in elkaar gezakt en na luttele tijd overleden. Na de schrik, en na de eerste dagen bedacht ik mij na de begrafenis, ik ga een blog aan G. wijden. Makkelijker gezegd dan gedaan. Ik wist niet wat en hoe te schrijven. Menige kilometer had ik samen met hem hardlopend afgelegd. Hoe eer je een leven van iemand, wier zweet je meer gedeeld hebt dan woorden. Ik schuif die blog al een half jaar voor me uit, met als effect dat ik helemaal niet meer schrijf. Vandaag eer ik G. met een beeld, dat zijn familie op zijn rouwkaart heeft gezet.

11697192-jaarringen-van-een-boom

Geen woorden, waar geen woorden voor zijn. Eeuwig zonde en veel te vroeg komt misschien in de buurt. Het beeld is de dwarsdoorsnede van een omgehaalde boom. Geveld door een kettingzaag, geveld door de man met de zeis.

Telkens als ik de jaarringen van een boom tel, zal ik denken aan G. Elke ring herinnert me aan een hardlooprondje met hem. Het is zoals het is.

Rituelen

De zondag geeft ritme aan de week. Kerkbezoek geeft ritme aan de zondag. Nu is voor steeds minder mensen het bezoek aan een kerkdienst een vanzelfsprekende activiteit. Dat wil niet zeggen dat mensen niet hun eigen rituelen vorm geven. Mensen zoeken eigen betekenisvolle activiteiten, die zij met enige regelmaat doen, vaak met of voor anderen.
De terreinen waarop deze activiteiten plaatsvinden zijn verschillend van aard.

Zo ken ik een kookgroep die gastronomische hoogstandjes combineert met vriendschappen en gesprekken over het leven. Er zijn leesgroepen, waar boeken worden gelezen en nabesproken. Of wandelgroepen, die zelf wandelingen uitzetten en ondertussen mediteren op diepzinnige teksten of met een vragenspel op pad gaan. Of er zijn trimmers die elke zondagochtend afspreken op een parkeerplaats bij een bos. In een rustige duurloop door heuvelachtig terrein wordt de werkweek, de trainingsweek, of blessure- en ander leed doorgesproken. En er wordt een voorschot genomen op de eerstvolgende loop waaraan wordt meegedaan. Wat hebben deze rituelen nu gemeen?

Om te beginnen hebben mensen een afspraak met elkaar om op zekere plaats en tijd samen te komen. Het is ook duidelijk wat ze gaan doen; koken, recenseren, hardlopen. De gesprekken scheren over de oppervlakte van het bestaan, maar kunnen ook onverwachts reiken naar iets onzichtbaars, zoals een visdiefje in het wateroppervlak duikt naar zijn voortsnellende prooi.
Het bijeenkomen en samen iets doen geeft ritme aan het bestaan. Het leven wordt gevierd in alledaagse dingen, als koken, wandelen of praten. De deelnemers doen of spreken over dingen van waarde. Het verblijf kan aan de oppervlakte zijn maar mag ook een laag dieper. Vriend- en kameraadschap is belangrijk. Je bent onderdeel van en opgenomen in iets dat groter is dan jezelf. Je beleeft dezelfde lol of bevrediging aan de activiteit die samenbindt. De activiteit geeft identiteit; wij zijn koks, lezers, hardlopers. Ik loop dus ik besta, zoiets.
In deze rituele activiteit ligt de verwantschap met een kerkdienst voor het oprapen. Het is zelfs niet uitgesloten dat God ter sprake komt.

Humor

De TV-show van Ivo Niehe was te gast bij de beroemde filosoof Alain de Botton. Er kwamen vele behartenswaardige zaken voorbij maar mijn aandacht bleef bij één onderwerp m.n. hangen. Hij werd door zijn strenge vader als 8-jarig jochie naar een Engelse kostschool gestuurd. Hij was totaal niet goed in sport. Als overlevingsstrategie zette hij humor en hersens in. Hij vertelde grappen, deed stemmen na en maakte huiswerk voor zijn klasgenoten. Hij werd al op jonge leeftijd kaal. Die ervaring bracht hem tot het inzicht dat je als jong mens wel kunt denken dat je lichaam een perfecte machine is, maar al vroeg toont zich de eigen agenda van dat lichaam. Het doet wat het wil, bijvoorbeeld kaal worden. Er rest de mens niet veel anders dan die agenda tegemoet te treden met humor en bescheidenheid.

Met ons lichaam worden we scherp geconfronteerd als we ons richten op ons uiterlijk. Zeker in de moderne beeldcultuur is het uiterlijk heel belangrijk. En omdat het zo belangrijk is valt ons oog als vanzelf op de imperfectie, op de onregelmatigheden, op de afwijkingen van het gangbare ideaal. Wanneer we ons lichaam inzetten in fysieke activiteiten als seks of sport is het ook niet moeilijk om te ervaren wat er allemaal niet (meer) kan of lukt. Klagen en mopperen is een optie om met de imperfectie om te gaan. Afhaken en verwaarlozen is een andere manier. Of heel hard werken om jezelf te boetseren naar de norm. Dat levert heel wat stress op.

Alain de Botton toont met zijn woorden voor mij nog een andere weg. Ga met je lichaam een verbinding aan. Het is een bondgenoot, een vriend, investeer erin, geniet ervan. Humor en bescheidenheid creëert een sfeer van ontspanning, waarin veel meer mogelijk is dan je aanvankelijk dacht. Zorg goed voor jezelf. Beweeg, bemin, eet gezond, maar met een knipoog. Wordt geen slaaf van je opvattingen.

Hoofd leeg maken

Na afloop van een loopsessie vraag ik altijd aan mijn cliënten hoe zij vonden dat het ging.
Y. scoorde op een schaal van 1 tot en met 5 een 2 bij de vraag naar beleefd plezier. Het ging vandaag niet. De tranen schieten haar in de ogen. Er zijn thuis zorgen om haar zoontje. ‘Ik had gehoopt mijn hoofd leeg te lopen, maar dat is mij niet gelukt’.

Nadat ze de deur uitging heb ik nog een tijdje over haar verlangen nagedacht. Wat is eigenlijk je hoofd leeglopen? Het kan zijn dat je tijdens het hardlopen vooral wil vergeten wat je bezighoudt of bedrukt. Of dat je hoopt dat door het hardlopen je zorgen zijn verdwenen omdat jou een nieuw inzicht is geschonken. Of dat ze gewoon zijn meegegeven aan de wind, een ander draagt jouw last.

Ik moest denken aan mijn laatste jaren op de middelbare school. Ik volgde yoga-lessen via school, dat was toen best vooruitstrevend. Wat ik me van de meditatie-oefeningen herinner was dat er verschillende stromingen en dus ook opdrachten waren. Zo was een opdracht 5 minuten aan Niets te denken. Juist toen ik dacht, nu denk ik aan niets, dacht ik al weer iets. Of ik mocht bijvoorbeeld 5 minuten aan alles denken behalve aan 1 ding in het bijzonder niet, bijvoorbeeld ‘olifanten’ of ‘slikken’. Ik zag bij zo’n opdracht ontelbare olifanten, of dreigde in mijn eigen speeksel te stikken.
Later ontdekte ik tijdens mijn theologiestudie dat mediteren ook kan betekenen dat ik mijn gedachten mag laten komen zoals ze komen. Er is geen goed of fout, er hoeft niets te worden ontkend of gedisciplineerd. Neem waar en accepteer, dat dit hetgeen is wat zich aandient.
Toen ik een hardloper werd, ontdekte ik dat het lopen voor mij vaak de dimensie van mediteren heeft. Mijn aandacht scheert langs de dingen die opborrelen of me bezighouden. Soms lukt het me tijdens het lopen er een scherp en ander zicht op te krijgen, soms ook niet.
Ik geloof niet dat het mij ooit gelukt is mijn hoofd leeg te lopen. Doordat ik tijdens het hardlopen mijn lijf gebruik, en niet alleen mijn hoofd, kom ik wel beter in balans. Dat hervonden evenwicht maakt nieuwe energie vrij, waardoor ik weer bezig kan met de dingen die aandacht vragen.

Gezond

Weet u wat gezondheid is? Als ik op straat een steekproef ga houden onder willekeurige voorbijgangers, wat zullen ze dan antwoorden?
Het meest voor de hand liggende antwoord is ‘ik mankeer niks’, of ‘alles doet het naar behoren’. Dat antwoord richt zich vooral op de functionaliteit van ons lichaam. De machine loopt gesmeerd.
Een ander zou kunnen zeggen ‘ik voel me fit of goed’. Daar klinkt al een laag dieper in door, naast de functie is er ook aandacht voor de beleving van het lichaam. Er is energie en vitaliteit beschikbaar. Deze persoon kan het leven aan, zoals het zich voor hem of haar aandient.

Een volgende vergelijkt gezondheid met economie. Het is een grenzeloos begrip. Het gaat goed als het groeit. Door een bepaalde leefstijl worden grenzen verlegd. In het begrijpen van gezondheid is vooruitgang wezenlijk. Het zijn vaak fanatieke sporters, gezonde eters. Naarmate deze persoon ouder wordt zal hij nog meer gaan doen om de neergang tegen te gaan. Maar deze strategie is beperkt. De menselijke soort kent zijn grenzen en de ouderdom komt ontegenzeggelijk met gebreken.
Weer een ander vindt gezondheid verwant met geluk. Ik ben gezond omdat ik in harmonie ben met mijzelf, met mijn lichaam en wat ik van het leven verlang, zo denkt deze voorbijganger.

Behalve het bovenstaande moet ik bij gezond ook altijd aan ‘zonde’ denken. Wat is het zonde als we niet genieten van de mogelijkheden en de vitaliteit van ons lichaam. Het is het meest bijzondere instrument dat we hebben om te communiceren met de ander en de wereld waarin we leven. Ons lichaam kunnen we inzetten voor goede en mooie, betekenisvolle dingen. Om dat te doen moet ik zorgen dat mijn lichaam in een zo goed mogelijke conditie verkeert. In die zin is gezondheid altijd gericht op mijzelf én de ander. Deze gerichtheid gaat veel verder dan ‘ik mankeer niks’. Ik ben ‘gezonden’ in de wereld.

Lente

Het zal u niet verbazen dat een theoloog af en toe een Bijbeltekst te binnenschiet. Zo overkwam het mij ook vanochtend. Samen met een cliënt liep ik rond een recreatieplas. Over het water komt een waterig zonnetje op. Een paar aalscholvers liggen ‘diep’ op het water, aan de struiken komen de eerste blaadjes. Op zo’n moment voel ik me simpel gelukkig. Als je het kunt zien is geluk simpel. En daar zit hem nu net de kneep.

‘Geen mens kan twee heren dienen, niet God én de Mammon’. Ons wordt een keuze voor gehouden. Of je richt je leven in op rechtvaardigheid en liefde, of je gaat voor het verwerven van geld en rijkdom. Het is een wat simpele voorstelling van zaken, maar daar komt het in de kern toch op neer. Niets menselijks is ons vreemd, om een goed leven te hebben, werken we hard voor ons geld. Het lastige is om te bepalen wanneer we genoeg hebben. De bijbel vertelt ons dat de Mammon verleidt, mensen slaaf maakt. Aan geld en bezit hebben we nooit genoeg. De grootste straf is misschien wel onze ontevredenheid, en de stress die het verlangen naar als maar meer teweeg brengt.

Dit soort gedachten had ik vanochtend aan de rand van het water. Mag ik een suggestie doen? Misschien is ons allerbelangrijkste bezit wel onze gezondheid. Het zijn niet de iPhones, Blu-rayspelers of cabrio’s die bepalen of we gelukkig zijn en alles uit het leven halen. Trek een paar hardloop- of wandelschoenen aan. Loop een rondje in een stuk natuur dichtbij huis. En ontdek dat de zon opkomt, gratis en voor niets.

Liefde

‘Poeh, ik weet het niet hoor, Henk. Met dat hardlopen.’
M. komt de praktijkruimte binnen en slaakt onderwijl een luide zucht.
‘Ik weet dat het goed voor me is. Ik heb veel minder last van mijn astma en voel me fitter. Maar oh man, ik vind het zo moeilijk om zelf te gaan lopen.’

Deze of soortgelijke verzuchtingen hoor ik regelmatig. Cliënten hebben geroken aan het positieve effect van hardlopen, maar hoe nu verder. Het gaat niet vanzelf. Ieder staat voor de keuze, ga ik er verder mee, en zo ja, hoe krijgt het dan een plaatsje in mijn dagelijkse routine.
Voordat je het weet verschuif je het lopen naar het weekend en daar is het al overvol.

Slechts een klein deel van de liefdesrelaties is liefde-op-het-eerste-gezicht. In veel gevallen is er sprake van een langere, soms grillige aanloop naar de eerste kus. Pas als iemand iets beslissends zegt of doet, springt de vonk over. Met hardlopen is het net zo. Voor de meesten van ons is het hard werken om het te doen en de deur uit te gaan. Huis en haard kunnen heel aantrekkelijk zijn.
Unaniem is elke loper over hoe lekker het is na afloop, als het lopen achter de rug is. De grote kunst is natuurlijk te kunnen ervaren dat hardlopen lekker is tijdens het lopen zelf. Als je kunt genieten van het lopen, dan is het makkelijker je schoenen aan te trekken. Ik heb dienaangaande maar één advies: wees in het hier en nu.
Van een kus zeg je toch ook niet na afloop dat ie-lekker is. Je geniet vooral tijdens, of niet soms?