Stilte

stiltegebied

Mijn huis staat aan een dijk, die door de gemeente Utrecht tot fietszone is gebombardeerd. Ergens klopt dat wel. Onder de dijk schijnt een oude Romeinse weg te liggen. Ik associeer dat met soldatenlaarzen en paard en wagen. Nu is de weg doodlopend voor auto’s. Er wordt op de dijk volop gefietst, gewandeld én hard gelopen. Grofweg de helft van het legioen der lopers heeft een iPod of iPhone bij zich. Muziek mag het ritme bepalen, of de stem van Vlaamse Evy, en anders wordt de route wel digitaal vastgelegd, de afstand, het tempo en het aantal verbruikte kilocalorieën. Eenmaal thuis kunnen de gegevens worden uitgelezen op een persoonlijke website, resultaten vergeleken met eerdere trainingen, nieuwe schema’s vastgesteld.

Zelf heb ik ook wel eens geprobeerd met muziek op te lopen, maar ik raakte de weg in mijzelf kwijt. Op de een of andere manier vind ik het plezierig mijn eigen ademhaling te horen. Ik vind het ook prettig om via omgevingsgeluiden mijn plek op de weg of in het bos te kennen, haast te kunnen voelen. Muziek leidt maar af, en gaat als het ware tussen mij en mijn hartslag zitten. Mijn loopritme raakt verstoord, in plaats van dat dit op gang wordt gebracht of gehouden. Kortom, voor mij geen poespas.

Gek genoeg werkt het samen op lopen met een andere hardloper heel anders. De ene keer is het leuk om bij te kletsen tijdens het lopen en wordt daarmee een rustig hardlooptempo gereguleerd. De andere keer valt het stil, doen beide lopers er het zwijgen toe. Ongemerkt zoek je elkaars pasritme op, dan loop je gelijk. Bijna altijd word ik me dat bewust, en put ik kracht en inspiratie uit de synchrone pas van twee lopers. Je wordt als het ware een lichaam, met dubbele longen. Het gaat lichter, ik voel me vrijer.

Dwarsdoorsnede

 

Er is in maart 2013 iets ergs gebeurd. Na afloop van een training van een loopgroep is een loper thuis in elkaar gezakt en na luttele tijd overleden. Na de schrik, en na de eerste dagen bedacht ik mij na de begrafenis, ik ga een blog aan G. wijden. Makkelijker gezegd dan gedaan. Ik wist niet wat en hoe te schrijven. Menige kilometer had ik samen met hem hardlopend afgelegd. Hoe eer je een leven van iemand, wier zweet je meer gedeeld hebt dan woorden. Ik schuif die blog al een half jaar voor me uit, met als effect dat ik helemaal niet meer schrijf. Vandaag eer ik G. met een beeld, dat zijn familie op zijn rouwkaart heeft gezet.

11697192-jaarringen-van-een-boom

Geen woorden, waar geen woorden voor zijn. Eeuwig zonde en veel te vroeg komt misschien in de buurt. Het beeld is de dwarsdoorsnede van een omgehaalde boom. Geveld door een kettingzaag, geveld door de man met de zeis.

Telkens als ik de jaarringen van een boom tel, zal ik denken aan G. Elke ring herinnert me aan een hardlooprondje met hem. Het is zoals het is.

Rituelen

De zondag geeft ritme aan de week. Kerkbezoek geeft ritme aan de zondag. Nu is voor steeds minder mensen het bezoek aan een kerkdienst een vanzelfsprekende activiteit. Dat wil niet zeggen dat mensen niet hun eigen rituelen vorm geven. Mensen zoeken eigen betekenisvolle activiteiten, die zij met enige regelmaat doen, vaak met of voor anderen.
De terreinen waarop deze activiteiten plaatsvinden zijn verschillend van aard.

Zo ken ik een kookgroep die gastronomische hoogstandjes combineert met vriendschappen en gesprekken over het leven. Er zijn leesgroepen, waar boeken worden gelezen en nabesproken. Of wandelgroepen, die zelf wandelingen uitzetten en ondertussen mediteren op diepzinnige teksten of met een vragenspel op pad gaan. Of er zijn trimmers die elke zondagochtend afspreken op een parkeerplaats bij een bos. In een rustige duurloop door heuvelachtig terrein wordt de werkweek, de trainingsweek, of blessure- en ander leed doorgesproken. En er wordt een voorschot genomen op de eerstvolgende loop waaraan wordt meegedaan. Wat hebben deze rituelen nu gemeen?

Om te beginnen hebben mensen een afspraak met elkaar om op zekere plaats en tijd samen te komen. Het is ook duidelijk wat ze gaan doen; koken, recenseren, hardlopen. De gesprekken scheren over de oppervlakte van het bestaan, maar kunnen ook onverwachts reiken naar iets onzichtbaars, zoals een visdiefje in het wateroppervlak duikt naar zijn voortsnellende prooi.
Het bijeenkomen en samen iets doen geeft ritme aan het bestaan. Het leven wordt gevierd in alledaagse dingen, als koken, wandelen of praten. De deelnemers doen of spreken over dingen van waarde. Het verblijf kan aan de oppervlakte zijn maar mag ook een laag dieper. Vriend- en kameraadschap is belangrijk. Je bent onderdeel van en opgenomen in iets dat groter is dan jezelf. Je beleeft dezelfde lol of bevrediging aan de activiteit die samenbindt. De activiteit geeft identiteit; wij zijn koks, lezers, hardlopers. Ik loop dus ik besta, zoiets.
In deze rituele activiteit ligt de verwantschap met een kerkdienst voor het oprapen. Het is zelfs niet uitgesloten dat God ter sprake komt.

Humor

De TV-show van Ivo Niehe was te gast bij de beroemde filosoof Alain de Botton. Er kwamen vele behartenswaardige zaken voorbij maar mijn aandacht bleef bij één onderwerp m.n. hangen. Hij werd door zijn strenge vader als 8-jarig jochie naar een Engelse kostschool gestuurd. Hij was totaal niet goed in sport. Als overlevingsstrategie zette hij humor en hersens in. Hij vertelde grappen, deed stemmen na en maakte huiswerk voor zijn klasgenoten. Hij werd al op jonge leeftijd kaal. Die ervaring bracht hem tot het inzicht dat je als jong mens wel kunt denken dat je lichaam een perfecte machine is, maar al vroeg toont zich de eigen agenda van dat lichaam. Het doet wat het wil, bijvoorbeeld kaal worden. Er rest de mens niet veel anders dan die agenda tegemoet te treden met humor en bescheidenheid.

Met ons lichaam worden we scherp geconfronteerd als we ons richten op ons uiterlijk. Zeker in de moderne beeldcultuur is het uiterlijk heel belangrijk. En omdat het zo belangrijk is valt ons oog als vanzelf op de imperfectie, op de onregelmatigheden, op de afwijkingen van het gangbare ideaal. Wanneer we ons lichaam inzetten in fysieke activiteiten als seks of sport is het ook niet moeilijk om te ervaren wat er allemaal niet (meer) kan of lukt. Klagen en mopperen is een optie om met de imperfectie om te gaan. Afhaken en verwaarlozen is een andere manier. Of heel hard werken om jezelf te boetseren naar de norm. Dat levert heel wat stress op.

Alain de Botton toont met zijn woorden voor mij nog een andere weg. Ga met je lichaam een verbinding aan. Het is een bondgenoot, een vriend, investeer erin, geniet ervan. Humor en bescheidenheid creëert een sfeer van ontspanning, waarin veel meer mogelijk is dan je aanvankelijk dacht. Zorg goed voor jezelf. Beweeg, bemin, eet gezond, maar met een knipoog. Wordt geen slaaf van je opvattingen.

Hoofd leeg maken

Na afloop van een loopsessie vraag ik altijd aan mijn cliënten hoe zij vonden dat het ging.
Y. scoorde op een schaal van 1 tot en met 5 een 2 bij de vraag naar beleefd plezier. Het ging vandaag niet. De tranen schieten haar in de ogen. Er zijn thuis zorgen om haar zoontje. ‘Ik had gehoopt mijn hoofd leeg te lopen, maar dat is mij niet gelukt’.

Nadat ze de deur uitging heb ik nog een tijdje over haar verlangen nagedacht. Wat is eigenlijk je hoofd leeglopen? Het kan zijn dat je tijdens het hardlopen vooral wil vergeten wat je bezighoudt of bedrukt. Of dat je hoopt dat door het hardlopen je zorgen zijn verdwenen omdat jou een nieuw inzicht is geschonken. Of dat ze gewoon zijn meegegeven aan de wind, een ander draagt jouw last.

Ik moest denken aan mijn laatste jaren op de middelbare school. Ik volgde yoga-lessen via school, dat was toen best vooruitstrevend. Wat ik me van de meditatie-oefeningen herinner was dat er verschillende stromingen en dus ook opdrachten waren. Zo was een opdracht 5 minuten aan Niets te denken. Juist toen ik dacht, nu denk ik aan niets, dacht ik al weer iets. Of ik mocht bijvoorbeeld 5 minuten aan alles denken behalve aan 1 ding in het bijzonder niet, bijvoorbeeld ‘olifanten’ of ‘slikken’. Ik zag bij zo’n opdracht ontelbare olifanten, of dreigde in mijn eigen speeksel te stikken.
Later ontdekte ik tijdens mijn theologiestudie dat mediteren ook kan betekenen dat ik mijn gedachten mag laten komen zoals ze komen. Er is geen goed of fout, er hoeft niets te worden ontkend of gedisciplineerd. Neem waar en accepteer, dat dit hetgeen is wat zich aandient.
Toen ik een hardloper werd, ontdekte ik dat het lopen voor mij vaak de dimensie van mediteren heeft. Mijn aandacht scheert langs de dingen die opborrelen of me bezighouden. Soms lukt het me tijdens het lopen er een scherp en ander zicht op te krijgen, soms ook niet.
Ik geloof niet dat het mij ooit gelukt is mijn hoofd leeg te lopen. Doordat ik tijdens het hardlopen mijn lijf gebruik, en niet alleen mijn hoofd, kom ik wel beter in balans. Dat hervonden evenwicht maakt nieuwe energie vrij, waardoor ik weer bezig kan met de dingen die aandacht vragen.

Gezond

Weet u wat gezondheid is? Als ik op straat een steekproef ga houden onder willekeurige voorbijgangers, wat zullen ze dan antwoorden?
Het meest voor de hand liggende antwoord is ‘ik mankeer niks’, of ‘alles doet het naar behoren’. Dat antwoord richt zich vooral op de functionaliteit van ons lichaam. De machine loopt gesmeerd.
Een ander zou kunnen zeggen ‘ik voel me fit of goed’. Daar klinkt al een laag dieper in door, naast de functie is er ook aandacht voor de beleving van het lichaam. Er is energie en vitaliteit beschikbaar. Deze persoon kan het leven aan, zoals het zich voor hem of haar aandient.

Een volgende vergelijkt gezondheid met economie. Het is een grenzeloos begrip. Het gaat goed als het groeit. Door een bepaalde leefstijl worden grenzen verlegd. In het begrijpen van gezondheid is vooruitgang wezenlijk. Het zijn vaak fanatieke sporters, gezonde eters. Naarmate deze persoon ouder wordt zal hij nog meer gaan doen om de neergang tegen te gaan. Maar deze strategie is beperkt. De menselijke soort kent zijn grenzen en de ouderdom komt ontegenzeggelijk met gebreken.
Weer een ander vindt gezondheid verwant met geluk. Ik ben gezond omdat ik in harmonie ben met mijzelf, met mijn lichaam en wat ik van het leven verlang, zo denkt deze voorbijganger.

Behalve het bovenstaande moet ik bij gezond ook altijd aan ‘zonde’ denken. Wat is het zonde als we niet genieten van de mogelijkheden en de vitaliteit van ons lichaam. Het is het meest bijzondere instrument dat we hebben om te communiceren met de ander en de wereld waarin we leven. Ons lichaam kunnen we inzetten voor goede en mooie, betekenisvolle dingen. Om dat te doen moet ik zorgen dat mijn lichaam in een zo goed mogelijke conditie verkeert. In die zin is gezondheid altijd gericht op mijzelf én de ander. Deze gerichtheid gaat veel verder dan ‘ik mankeer niks’. Ik ben ‘gezonden’ in de wereld.

Lente

Het zal u niet verbazen dat een theoloog af en toe een Bijbeltekst te binnenschiet. Zo overkwam het mij ook vanochtend. Samen met een cliënt liep ik rond een recreatieplas. Over het water komt een waterig zonnetje op. Een paar aalscholvers liggen ‘diep’ op het water, aan de struiken komen de eerste blaadjes. Op zo’n moment voel ik me simpel gelukkig. Als je het kunt zien is geluk simpel. En daar zit hem nu net de kneep.

‘Geen mens kan twee heren dienen, niet God én de Mammon’. Ons wordt een keuze voor gehouden. Of je richt je leven in op rechtvaardigheid en liefde, of je gaat voor het verwerven van geld en rijkdom. Het is een wat simpele voorstelling van zaken, maar daar komt het in de kern toch op neer. Niets menselijks is ons vreemd, om een goed leven te hebben, werken we hard voor ons geld. Het lastige is om te bepalen wanneer we genoeg hebben. De bijbel vertelt ons dat de Mammon verleidt, mensen slaaf maakt. Aan geld en bezit hebben we nooit genoeg. De grootste straf is misschien wel onze ontevredenheid, en de stress die het verlangen naar als maar meer teweeg brengt.

Dit soort gedachten had ik vanochtend aan de rand van het water. Mag ik een suggestie doen? Misschien is ons allerbelangrijkste bezit wel onze gezondheid. Het zijn niet de iPhones, Blu-rayspelers of cabrio’s die bepalen of we gelukkig zijn en alles uit het leven halen. Trek een paar hardloop- of wandelschoenen aan. Loop een rondje in een stuk natuur dichtbij huis. En ontdek dat de zon opkomt, gratis en voor niets.

Liefde

‘Poeh, ik weet het niet hoor, Henk. Met dat hardlopen.’
M. komt de praktijkruimte binnen en slaakt onderwijl een luide zucht.
‘Ik weet dat het goed voor me is. Ik heb veel minder last van mijn astma en voel me fitter. Maar oh man, ik vind het zo moeilijk om zelf te gaan lopen.’

Deze of soortgelijke verzuchtingen hoor ik regelmatig. Cliënten hebben geroken aan het positieve effect van hardlopen, maar hoe nu verder. Het gaat niet vanzelf. Ieder staat voor de keuze, ga ik er verder mee, en zo ja, hoe krijgt het dan een plaatsje in mijn dagelijkse routine.
Voordat je het weet verschuif je het lopen naar het weekend en daar is het al overvol.

Slechts een klein deel van de liefdesrelaties is liefde-op-het-eerste-gezicht. In veel gevallen is er sprake van een langere, soms grillige aanloop naar de eerste kus. Pas als iemand iets beslissends zegt of doet, springt de vonk over. Met hardlopen is het net zo. Voor de meesten van ons is het hard werken om het te doen en de deur uit te gaan. Huis en haard kunnen heel aantrekkelijk zijn.
Unaniem is elke loper over hoe lekker het is na afloop, als het lopen achter de rug is. De grote kunst is natuurlijk te kunnen ervaren dat hardlopen lekker is tijdens het lopen zelf. Als je kunt genieten van het lopen, dan is het makkelijker je schoenen aan te trekken. Ik heb dienaangaande maar één advies: wees in het hier en nu.
Van een kus zeg je toch ook niet na afloop dat ie-lekker is. Je geniet vooral tijdens, of niet soms?

Golfbal

De laatste jaren komen er steeds meer golfcourses in Nederland. Nogal wat stukken weidegrond worden omgetoverd tot parken met glooiende hellingen en weelderig bosschage.
Niet iedere beginnende golfer raakt de ballen zo goed dat ze in de buurt van de hole terecht komen. En op dit punt wordt het interessant voor de hardloper.

Loop eens langs zo’n golfcourse en zoek tussen de struiken of in de omringende sloten naar van die kleine witte balletjes. Pak elk balletje op dat je vindt. Wat is namelijk het geval?
Het golfballetje is een prachtig hulpmiddel om een lastige blessure aan de voet te genezen. Zo’n blessure bevindt zich op dit moment ook in mijn huis. Mijn vrouw heeft namelijk last van een overbelaste peesplaat, de fasciitis plantar, in haar linkervoet. De pijn laat zich vooral voelen bij de aanhechting op de hiel. Daarom wordt deze blessure nogal eens verward met hielspoor. Dat is een verkalking of verbening van de aanhechting van de peesplaat. Dit aangegroeide stukje bot irriteert voortdurend de peesplaat. Operatie is een mogelijkheid om deze hardnekkige blessure aan te pakken.

Terug naar de fasciitis plantar. Het is goed mogelijk de blessure zelf te behandelen als je in het bezit bent van een golfballetje. Rol het balletje heen en weer onder de blote voet. Daarmee masseer je de peesplaat. Je stimuleert de doorbloeding en bespoedigt zo het herstel. Deze behandeling kan in combinatie met koeling prima uitkomst bieden.
Om overbelasting te voorkomen is het raadzaam deze handeling ook regelmatig preventief uit te voeren.

Afrika

Ruim zeven maanden heb ik geen blog geschreven. Het kwam er maar niet van. In de zomer van 2011 ben ik met mijn gezin ruim drie weken op doorreis geweest in Kenia en Tanzania. Ik verheugde me op de reis, vanwege de natuur maar vooral om te ontdekken of en zo ja waar al die prachtige Keniase hardlopers nu zouden rennen. Het merkwaardige fenomeen deed zich voor dat ik werkelijk niemand heb zien hardlopen. Langs de wegen heb ik genoeg kinderen zien wandelen, van en naar school, maar geen kind dat rende, simpelweg omdat dit zoveel makkelijker of natuurlijker gaat dan wandelen, of omdat het op tijd thuis moet zijn om de koeien op te drijven.

In Kerichio verbleven we in een vervallen koloniaal Engels Tea-hotel. Het was omgeven door immense theeplantages van Unie Lever. Tijdens een avondwandeling kwam ik tussen de velden een hardloper in trainingspak tegen. Hij klampte mij aan. Hij vermoedde in mij een potentiële sponsor, die zijn carrière vlot zou kunnen trekken. Ik vroeg hem naar zijn leeftijd en tijd op de marathon. Roland Joffrey was 26 jaar en had als personal best 2.23 uur op de marathon. Ik wist genoeg, hij zou het niet gaan maken in Europa.

Mijn eigen hardlopen in Afrika was ook al niet om over naar huis te schrijven. Een blessure aan mijn linker knie zorgde er voor dat ik mij niet kon ontpoppen tot witte Keniaan. Mijn rugzak bevatte geen hardloopkleding. Het kwam zelfs niet tot een in scene gezette foto, mijn zwarte silhouette tegen de ondergaande zon boven de Serengeti. De eerste hardlopers zag ik pas op het strand onder ons hotel op Zansibar. Spelers van een amateur-voetbalteam ploegde zich door het strand. Het was niet oogstrelend lichtvoetig en snel, het was ploeteren zoals thuis, dat was wat ik zag. De Afrikanen die ik zag rennen waren gewone stervelingen, gelukkig.