Muziek in het lopen

Bij Runningtherapie ligt het accent op stimuleren tot hardlopen, hoe cliënten lopen maakt eigenlijk niet uit. Voor mensen met een depressie die moeilijk het huis uit komen, of mensen met een paniekstoornis voor wie bewegen eng is, voor hen is trouw naar de afspraken komen een prestatie op zich. Daar moet niet te licht over gedaan worden. Regelmatig hardlopen is al moeilijk genoeg.

 

Afgelopen weken heb ik mij samen met collega Anita uit Baarn onderworpen aan een loopscholing van oud KNAU-coach Bob Boverman. Minutieus kijkt hij naar je loopstijl en geeft feedback. Via de mail kreeg ik ook een filmpje met een rapport. Hoewel ik al dertig jaar loop en op grond van plezier en tijden denk een aardig potje te kunnen lopen, ontving ik een lijstje met verbeterpunten. En jawel hoor, het filmpje geeft het bewijs.

 

Nu heb ik mijn eigen prioriteiten vastgesteld. Ten eerste, ik wil iets doen aan ‘de zit’ in mijn loop. Dat wil zeggen dat ik meer rechtop en uitgestrekter wil leren lopen. Ten tweede, ik wil iets doen aan ‘het zien van de voetzolen’. Als ik mijn knieinzet verbeter, in combinatie met rechtop lopen, dan zal ik me meer voorwaarts gaan bewegen en zul je minder mijn voetzolen zien. Tot slot, mijn pasfrequentie kan nog iets omhoog. Een stappenteller wijst uit dat dit nu boven de 85 is, maar beter is in de buurt van de 90. Dat betekent kleinere passen, hoger bewegingsritme.

Als ik daarbij dan nog mijn schouders niet teveel naar achteren beweeg en mijn armen goed meezwaai, dan komt er muziek in mijn lopen, zo heeft Bob mij verzekerd. Heb ik geen iPod nodig om toch vermaakt te worden.

Straf

Met betaald werk verdienen steeds minder mensen een boterham met hun lijf. Machines nemen het werk van mensenhanden over. Daarmee ondergaat de relatie tussen lichaam en persoon een grondige herziening. Het gebruik van ons lichaam verschuift voor de meesten van ons meer en meer naar de privé-sfeer en de vrije tijd. Al jaren zijn we aan het wennen aan deze maatschappelijke transformatie. Overgewicht, diabetes en allerlei stress-gerelateerde klachten vinden hun oorsprong in deze ontwikkeling. Het valt me op dat veel mensen spreken over hun lichaam als een autonoom wezen, dat buiten medeweten en zonder toestemming van de bewoner maar zijn of haar gang gaat. Alsof het uit zichzelf toeneemt in gewicht, of gezondheidsklachten ontwikkelt om de bewoner te pesten.

 Een reflex op dit eigenzinnige gedrag van ons lichaam is dat we ons lijf gaan straffen. Het lijf moet mooi, strak, bruin, gespierd, welgevormd, gezond zijn etc. We persen het in allerlei programma’s, bezoeken sportscholen en diëtisten. Op zich is daar natuurlijk niets mis mee. Bewegen is altijd goed en gezond eten is ook een must, maar de drijfveren zijn nogal eens overspannen en daarom op de lange duur ook niet vol te houden. Wie kent niet de sportschoolabonnementen die ongebruikt in de la van het dressoir liggen. Of de toename in gewicht na het volgen van het zoveelste dieet. Of het excessieve sporten met anorexia op de koop toe. Wat er naar mijn idee ontbreekt is een basisliefde voor het eigen lichaam. De disciplinering naar een algemeen maatschappelijke geaccepteerd lijf levert de meesten van ons zoveel stress op, dat het de gezondheid eerder schaadt dan baadt. Het lichaam herkent het als een straf en zal overeenkomstig reageren.

 Ik weet best dat het moeilijk is, maar ik spreek uit eigen ervaring als ik zeg dat de acceptatie van het eigen lichaam, van de mogelijkheden die het geeft, de weg is naar duurzame verandering en een gezondere levensstijl. Beschouw je lichaam als een vriend, als een bondgenoot, met wie je samen door jouw leven trekt.

Zolder

Stel dat ons lichaam een woning is voor onszelf, voor onze persoonlijkheid, dan zou de vraag kunnen zijn op welke plek wij het meest vertoeven. Het antwoord laat zich raden, de zolder. In de moderne cultuur worden we van jongs af aan verleid, zo je wilt getraind om in ons hoofd te gaan leven.  Leven en werken is hersengymnastiek geworden. Voor veel mensen geldt dat de rest van de woning een moeizame verblijfplaats is. Wat is dat toch ongelofelijk jammer.

Runningtherapie is niet veel meer en zeker ook niet minder dan het inzetten van hardlopen ter voorkoming of bestrijding van stress-gerelateerde klachten. In zijn algemeenheid kun je zeggen dat die klachten het product zijn van een overactief hoofd. Als je alleen maar op zolder leeft, dan gaat de rest van de woning kraken en piepen, omdat er geen onderhoud plaats vindt, omdat er niet in wordt geleefd. Door te gaan hardlopen word je uitgenodigd kennis te maken met je gehele lichaam, met wat het kan en niet kan.

In het begin van een running-traject is er bij veel beginners weinig vertrouwen in het eigen lichaam, want het laat de bewoner op gezette tijden in de steek, of het biedt weerstand tegen de wijze waarop de bewoner met zijn woning omgaat. Maar gaandeweg, en dat is best snel, ontdekken de running-cliënten dat ze vooruit gaan, dat het lichaam meer kan dan ze tot voor kort bevroedde. Hardlopen brengt je bij de ervaring dat goede verzorging behalve met voeding ook met bewegen te maken heeft. Daag het lichaam uit, laat het inspanningen leveren, het wordt er sterk en gezond van. Daal opgezette tijden af van de zolder naar de begane grond, zet je voeten en handen aan het werk. Aan het eind van de inspanning wacht de ervaring dat het plezierig vertoeven is in het huis van je geboorte als mens.

Palmpasen

Op de dag dat christenen de intocht van Jezus in Jeruzalem vieren, komen op het plein voor Fysio van Leeuwen aan de Zandweg te De Meern een kleine 150 hardlopers bijeen om een stukkie te lopen. Daar zit een klein verhaaltje aan vast.

Vanouds was er in De Meern op 2e Paasdag een grote regionale hardloopwedstrijd, de Paaspolderloop geheten. Sinds De Meern tot de gemeente Utrecht behoort, is de loop met haar diverse afstanden, in diverse edities helemaal verplaatst naar grote Broer Utrecht. De Jaarbeurs Utrecht Marathhon is inmiddels uitgegroeid tot een nationaal loopevenement. Vele duizenden lopers doen mee aan de diverse afstanden. Ondertussen is De Meern een gezellig loopfestijn voor jong en oud kwijtgeraakt. Het gezellig nazitten met vele bekenden voor Sportcentrum Oudenrijn was minstens zo belangrijk als het meedoen. Op een verjaardag kwam onder een borrel dit gegeven ter sprake. Eigenlijk was de conclusie snel getrokken: ‘dan organiseren we het toch zelf’.

Sinds vijf jaar, vanaf 2007, op de zondag voor Pasen gaan we met een mooi clubje lopers een stukkie lopen. Er zijn drie afstanden, 5, 8 en 13 km. De insteek is informeel, kleinschalig, lekker bewegen en na afloop gezellig samen zitten. Hardlopen is gezond en gezellig, dat idee. Om de saamhorigheid enigszins te benadrukken is vanaf het begin gekozen om allemaal in hetzelfde shirtje te lopen. Bij inschrijving krijg je een loopshirt. Na het startschot kun je een lang lint van lopers zien sjouwen langs de Strijkviertelplas of de polder Rijnerburg. In de afgelopen jaren was dat lint groen, blauw en nu dan oranje. Eenmaal over de finish krijgen de snelsten een paashaas, en iedereen een drankje aangeboden. Bij de aanmeldingen krijgen we emails met afzeggingen met redenen omkleed, en de verzekering dat ze er volgend jaar weer bij zijn. Na afloop rollen er ook bedankjes binnen. Langzamerhand wordt het een soort hardloop-familie.

Geblesseerd

Afgelopen zondag was het dan na 25 jaar zover. Een blessure die zich al enkele maanden voorzichtig aankondigde in mijn linkerknie is serieus gaan opspelen. Tijdens een rustige duurloop voelde ik na een kleine 13 kilometer enkele pijnscheuten en daarna leek het net of ik door mijn knie heen zakte. Met nog ongeveer 4 kilometer te gaan tot aan de voordeur, vermande ik mij en liep door, een zeurende pijn in de gekwetste knie zoveel mogelijk negerend.

Toen ik ’s avonds in bed stapte, zag ik pas goed dat het mis was. Mijn knie was opgezwollen van het vocht, stijf en pijnlijk. Er was geen ontkennen aan, ik was geblesseerd. Nu is mijn vrouw fysiotherapeute, dus de adviezen stroomden gelijk toe. Rust nemen en koelen met ijs. Zo gezegd zo gedaan, maar de dagen erna hield de zwelling aan.

Bij een fysiotherapeut, ervaren met sportblessures, ben ik nu in behandeling. Ik slik Ibuprofen 400mgr tegen de zwelling, koel mijn knie en houd me gedeisd. Een paar keer per dag moet ik oefenen door mijn quadriceps (vierkoppige beenspier, zo klinkt het als een monster) aan te spannen, waardoor mijn knieschijf moeizaam heen en weer gaat. Ik mag tot nader order niet hardlopen.

 Met name niet lopen is een hele opgave. Eigen aan een blessure is dat hij altijd slecht uitkomt. In mijn geval ben ik met mijn zoon en zijn vriend (zie Blog STOER) aan het trainen voor deelname aan de Halve Marathon op 2e Paasdag. Heel misschien kan ik de laatste 10km meedoen, maar de gehele wedstrijd lopen is uitgesloten. En as. zondag organiseer ik mijn eigen loop, de Pampasenpolder-loop. Het is nota bene het eerste Lustrum. Ik zal niet meelopen. Voor een niet-loper klinkt het misschien overdreven, maar ik vind dit echt jammer. Ik kijk naar dit soort evenementen uit.

Het mooie aan een blessure is wel, dat ik van mijn lichaam te horen krijg, dat het geen machine is, dat pijn er niet voor niets is. Het is een signaal, dat ik in mijn geval te lang heb genegeerd. Succesvol sporten veronderstelt een goede band met je lichaam. Mijn lijf is niet een jas, die ik ’s avonds over mijn stoel leg en ’s ochtends weer snel aanschiet. Het is een woning waar ik in mag wonen.

Loopgroep

Sinds begin februari heeft RUN2b ook een loopgroep. We begonnen klein, met welgeteld één deelnemer. Twee maanden later telt de groep acht deelnemers, vier oud-cursisten RT en vier mensen van buiten. Samen lopen is leuk. Als deelnemer tref je lotgenoten. Je kunt ervaringen uitwisselen. Een beginner moet vaak wennen aan het regelmatig lopen. De eerste periode liggen er altijd blessures op de loer, want een lichaam moet wennen aan de duurbelasting. Een groep kan je stimuleren om door te gaan en deze lastige beginfase door te maken. Het is ook leuk elkaar tips te geven over allerlei zaken: een leuk parcours, een app voor je iPhone, of een opruiming van hardloop-kleding.

 Met een loopgroep heb je ook onbewust een afspraak er te zijn. Het is een stok achter de deur om toch te gaan, hoe verleidelijk de bank of de computer ook is. Als je na afloop zegt ‘tot volgende week’, dan heb je feitelijk al beloofd te komen. Zo werkt dat in een groep.

Een loopgroep biedt ook de kans om samen naar een hardloopevenement toe te werken. Voor wat betreft het programma ligt het accent op die trainingsonderdelen die je niet snel alleen thuis zal doen. Dus we doen intervallen, vaartspel, heuvel- en krachttraining. De deelnemers verzorgen zelf (rustige) duurlopen, om zo een evenwichtig hardloopprogramma te krijgen.

Er is wel één keerzijde. In een groep moet je goed voor jezelf zorgen. De langzamere moet niet te snel en te intensief trainen, en de snellere moet niet te ingehouden trainen. Ieder moet aan zijn trekken kunnen komen. Als de groep een zekere omvang krijgt, is de kans groter dat er iemand bij is van jouw niveau. Loopgroep RUN2b krijgt langzamerhand die omvang. NB. Krijg je zin om mee te lopen? Meld je voor een gratis proef-training.

Afscheid

Gister heb ik afscheid genomen van E. In 24 hardloopsessies van een uur hebben we samen aardig wat meegemaakt. Hij kwam bij me op advies van zijn haptotherapeute. E. liep al een tijdje in de ziektewet en het ging niet beter met hem. Hij was zelf op zoek gegaan naar plekken en mensen die hem vooruit konden helpen. Zo kwam hij dus bij mij. Een ‘geblokt mannetje’, overspannen, met knallende koppijn, op zoek naar een manier om van de stress in zijn lijf en de pijn in zijn hoofd af te komen.

Het ging niet anders dan het was, we zijn gewoon maar begonnen met stukjes hardlopen. Ondertussen vertelde hij over zijn oude liefde kickboksen, zijn drie vrouwen thuis, en zijn vissen. Hij kwam trouw elke sessie en ging gestaag vooruit. Het weer was een verhaal apart, we hebben zo’n beetje alles gehad: sneeuw, ijzel, regen, harde wind, koude. Op een gegeven moment konden we er alleen nog maar om lachen. Als het een keer goed weer was, dan zeiden we tegen elkaar: ‘Is het wel vandaag?’

De hoofdpijn verdween niet zomaar. Aan het slikken van een antidepressiva viel niet te ontkomen. Toen het juiste middel in de goede dosering eenmaal was gevonden verdween grotendeels de pijn. Met de toegenomen conditie verkende E. nog even of hij het kickboksen weer kon oppakken, maar dat bleek toch echts iets voor ‘die jonge gasten’. Hij zou het voortaan bij het lopen houden.

In de laaste fase speelde een blessure op waardoor E. genoodzaakt was één keer per week te lopen. Hij kwam trouw en gaandeweg leerde hij met grenzen en beperkingen omgaan. De laatste weken kwam hij met nieuwe energie aan. Er was een plan ontstaan om het werk weer op te pakken. Hij zou als vrijwilliger bij een hondenuitlaatservice aan de slag gaan. Twee weken later fantaseerde E. al over een mogelijk compagnonschap. Als hij over de honden vertelde zag ik de twinkeling in zijn ogen.

De afronding wordt geen afscheid. Hij blijft voorlopig lopen en sluit aan bij de loopgroep. E. is er nog niet maar al wel een eind op de goede weg. Hij is actief geworden en heeft ideeën over zijn toekomst. Dat gun ik iedereen.

Stoer

U kent het vast uit eigen ervaring. Als er drank is in de man of vrouw, dan laten we ons makkelijk verleiden tot stoere uitspraken. Zo heeft mijn zoon van 17 jaar en zijn vrienden een half jaar terug bedacht dat het niet al te moeilijk moet zijn om een halve marathon te lopen, het liefst zonder te trainen. Bij menig stapavondje kwam de belofte ter sprake, en in gedachte was het kunstje al geflikt. Het zou allemaal moeten gebeuren tijdens de Fortis Halve Marathon, op 2e Paasdag, 25 april 2011.

Begin januari 2011 informeerde ik eens bij mijn zoon of hij nog steeds het plan serieus nam. Indien ja, dan is het misschien een goed idee om op zondagochtend te gaan lopen. Bij navraag bleek van al die jongensbravoure slechts twee gasten van plan het daadwerkelijk te proberen. Sinds de tweede zondag van januari staan mijn zoon en een kameraad van hem ’s ochtends klaar om te lopen. Ik heb daar groot respect voor.

We hebben een simpel programma. Het begon met een rustige duurloop van 10 kilometer en elke zondag komt er 1 kilometer bij. Met een afgelasting en een terugslag meegerekend komen we met Pasen ongeveer op 20 kilometer uit. De gedachte is dat dit voor de jongens het meest haalbare is, naast school, voetballen en uitgaan.

Afgelopen zondag 13 maart hebben we 15 kilometer gelopen. Dat ging goed, dat is te zeggen, fysiek is het vrij goed te doen. Maar het is saai, en als die gedachte eenmaal heeft postgevat, dan duurt elke kilometer heel lang, en is er dorst, honger en nog zo wat ongemakken. Maar toch, ze doen het maar. Inmiddels houden ze zelfs op hun stapavond er rekening mee dat er de volgende moet worden gelopen. Dat is nog eens stoer.

Tegenwind

 

Er is geen betere metafoor voor tegenslag in het leven, dan tegenwind tijdens het hardlopen. De eerste reflex van een hardloper is zich schrap zetten. Als hij naar zichzelf zou kunnen kijken, dan zou hij zien dat hij in elkaar kruipt, hoofd laag tussen de schouders getrokken en voor over gebogen. De loper gaat het gevecht met de wind aan.

Dit is een begrijpelijke reactie en op zich niet zo heel erg als het af te leggen traject maar kort is.  Maar meestal is het traject langer dan we vooraf kunnen overzien. Wat we vergeten is dat vechten extra energie kost. Bovendien beperken we door onze krampachtige houding de mogelijkheid om optimaal te ademen. Onze longen krijgen niet voldoende ruimte. Kortom, we putten onszelf uit.

Veel mensen die in het gewone leven te maken krijgen met serieuze tegenslag zullen deze reflex goed herkennen. Ze zullen proberen de tegenslag het hoofd te bieden of zelfs op te lossen. Maar er zijn veel vormen van tegenslag die je niet zomaar kunt oplossen, daar moet je mee leren omgaan. Als die omgang gaat inhouden dat je permanent gaat vechten dan put je jezelf uit. Een depressie of burn-out ligt op de loer.

Hardlopen tegen de wind in kan alleen maar als je leert contact te maken met de wind. Accepteer dat de wind er is, jij kan niet bij het aan- en uitknopje. Blijf rechtop lopen zodat je longen goed de ruimte krijgen om te pompen, spaar energie door je looppas kleiner te maken. Besef dat je traject op enig moment weer van de wind afbuigt. Loop je met zijn tweeën, dan je kun je elkaar helpen door een ander af en toe uit de wind te houden.

Zo lopen kan je inspireren om zo ook om te gaan met tegenslag in je dagelijks leven. Loop niet weg voor dat wat op je pad komt, ontken het niet, het is er. Pas je aan maar laat je niet van je voornemen weg houden om je doel te bereiken. Loop rechtop, toon jezelf aan de wereld, en ga je weg, stap voor stap.