131031 - hardloophemel

De hardloophemel

131031 - hardloophemel

Hardlopen kwam op een natuurlijke manier op mijn pad door een broer en even later een zwager, die allebei hardliepen. Ik was toen 19 jaar. En het kwartje viel pas echt toen er een aanleiding was.

Als ik terugkijk zie ik in mijn ontwikkelproces als hardloper zeven stadia terug:

  1. het stadium van de noodzaak – Er is een directe aanleiding om te gaan hardlopen: een slechte conditie, overgewicht of teveel stress. Bij mij was het een combinatie van een beginnend buikje en ik moest als student achter de boeken vandaan om op gezette tijden mijn energie kwijt te raken.
  2. het stadium van de gewenning – Dit is een eerste cruciale fase, veel mensen die beginnen met hardlopen hebben moeite hier doorheen te komen. Ik zie het elke keer terug bij mijn cliënten. Het lichaam moet wennen aan duurbelasting. Na een beginperiode ontstaan vaak allerlei kleine blessures. Om ze te laten genezen gaan mensen rusten, en als de pijntjes en andere ongemakken na een gedwongen pauze niet weg zijn of weer opspelen haken velen af. Mijn ervaring is: op verstandige wijze door de pijn heen lopen. Ik heb in de beginjaren getobd met overbelaste aanhechtingsspieren van de buikwand. Naarmate ik ouder word, heb ik last van slijtage. Ik loop nu zo dat ik de pijn goed kan hebben, niet lopen is feitelijk geen optie. Hoe, dat is een kwestie van ervaring.
  3. het stadium van de tevredenheid –  Als het lichaamsgewicht terugloopt, de pijntjes afgezwakt of verdwenen en de conditie merkbaar is verbeterd treedt er een eerste fase van blijdschap, trots en tevredenheid op. Als de hardloper hier is aangekomen voelt hij of zij zich merkbaar beter op velerlei fronten. Je kan de wereld aan. Ik trok met plezier met hardloopkleren aan.
  4. het stadium van de competitie –  Als een hardloper zich in figuurlijke zin groter en sterker begint te voelen dan komt er een moment dat de loper wil weten waar hij staat, hoe goed hij is, hoe sterk en hoe snel. Een hardloper gaat meedoen met prestatieloopjes. Deelname kan ook een prima drijfveer zijn om het hardlopen vol te houden, om ergens naar toe te werken. Mijn eerste prestatieloop was gelijk 26 kilometer in de Wijde Wormer. Dat heb ik geweten. Ik ging in mijn hardlopers-bestaan vooral de strijd met mijzelf en eerder gelopen tijden aan.
  5. het stadium van de verslaving – Als het competitie-element je echt te pakken heeft dan wil je als maar beter worden, met als gevolg dat de trainingsarbeid omhoog gaat, meer uren, gevarieerder trainen, aandacht voor het voedingspatroon, voor kleding, voor loopschema’s. In deze fase ben ik een paar jaar lid geweest van de atletiekvereniging Hellas. Ik vond het rennen van rondjes op een baan saai. Ik werd er ook niet echt beter van. In deze fase is er sprake van toewijding aan het lopen. Er worden offers gebracht, door de loper, maar ook door zijn omgeving. Mijn vrouw weet daar alles van.
  6. het stadium van de berusting – Er komt onherroepelijk een moment dat een loper zijn tijden niet meer verbeterd. De grenzen van het fysiek en mentaal haalbare zijn bereikt. Ouder worden speelt een rol. Ik ken lopers die er een eer in stellen het fysieke verval, zichtbaar in teruglopende tijden, zo lang mogelijk proberen uit te smeren. In dit stadium gaan lopers op zoek naar een nieuwe omgang met het lopen. Als niet het overgewicht of de verbetering van een persoonlijk record de drijfveer zijn wat dan wel. Feitelijk is dit een tweede kritische fase. In deze periode kreeg ik kinderen en verbouwde een huis. Wel bleef ik lekker lopen, zo’n twee á drie keer per week.
  7. het stadium van het zwerven – Berusting kan tot resultaat hebben dat je gaat lopen zonder doel, alleen maar om het lopen zelf. Mijn ervaring is dat dit het pure lopen is, lopen om het lopen. Er staan geen doelen meer tussen jouw persoon en de handeling, het lopen. Je kunt openstaan voor het effect van het lopen op al wat in jou, in de loper aanwezig is op dat moment, aan vreugde of verdriet, angst of moed, stress of blijmoedigheid. Er komt een moment dat je niet meer geïnteresseerd bent in de tussentijden op je vaste rondjes, in je hartslag na afloop, in je gewicht voor en na de training, welke route je kiest in verband met de wind. Je gaat gewoon lopen, het parcours en de lengte ervan doen er niet meer echt toe, ook de duur van de training niet. Je gaat lopen, zolang als je benen je willen dragen, je gaat zwerven. Als je de ervaring hebt dat je je hieraan kunt overgeven, dan heb je de ervaring dat je vrij bent, niet gebonden aan wat voor dwang, schema, stopwatch of wat dan ook. Dit is de fase van de tweede euforie. Zonder overdrijving heeft dit iets gelukzaligs. Ik noem dit de hardloophemel. Ik ben daar een paar keer een bepaalde periode geweest.

SONY DSCOp grond van eigen ervaringen zal ik je maar gelijk uit een mogelijke droom halen. Het is niet zo dat als je eenmaal in de hardloophemel bent aangekomen dat je daar blijft. Net zo makkelijk val je terug op de grond, om dat de gevonden balans verstoord raakt. Het is steeds weer op zoek gaan naar een vorm van evenwicht, dat min of meer toevallig op je pad komt, en waarvan je de duur niet kunt afdwingen.

Posted in Uncategorized.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *