‘Poeh, ik weet het niet hoor, Henk. Met dat hardlopen.’
M. komt de praktijkruimte binnen en slaakt onderwijl een luide zucht.
‘Ik weet dat het goed voor me is. Ik heb veel minder last van mijn astma en voel me fitter. Maar oh man, ik vind het zo moeilijk om zelf te gaan lopen.’
Deze of soortgelijke verzuchtingen hoor ik regelmatig. Cliënten hebben geroken aan het positieve effect van hardlopen, maar hoe nu verder. Het gaat niet vanzelf. Ieder staat voor de keuze, ga ik er verder mee, en zo ja, hoe krijgt het dan een plaatsje in mijn dagelijkse routine.
Voordat je het weet verschuif je het lopen naar het weekend en daar is het al overvol.
Slechts een klein deel van de liefdesrelaties is liefde-op-het-eerste-gezicht. In veel gevallen is er sprake van een langere, soms grillige aanloop naar de eerste kus. Pas als iemand iets beslissends zegt of doet, springt de vonk over. Met hardlopen is het net zo. Voor de meesten van ons is het hard werken om het te doen en de deur uit te gaan. Huis en haard kunnen heel aantrekkelijk zijn.
Unaniem is elke loper over hoe lekker het is na afloop, als het lopen achter de rug is. De grote kunst is natuurlijk te kunnen ervaren dat hardlopen lekker is tijdens het lopen zelf. Als je kunt genieten van het lopen, dan is het makkelijker je schoenen aan te trekken. Ik heb dienaangaande maar één advies: wees in het hier en nu.
Van een kus zeg je toch ook niet na afloop dat ie-lekker is. Je geniet vooral tijdens, of niet soms?